Het auteursrecht is het recht dat bepaalt welke rechten de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst heeft. Onze auteurswet stamt uit 1912 en is sinds die tijd op hoofdlijnen gelijk gebleven. Na ruim honderd jaar is er een discussie ontstaan over het nut van dit recht.
Het auteursrecht is in het leven geroepen omdat de overheid de noodzaak voelde om de makers van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst te ondersteunen en hun werk tegen ongeoorloofd gebruik door derden te beschermen. Het schrijven van bijvoorbeeld een boek kost vaak veel tijd en daar wordt een schrijver meestal niet op uurbasis voor betaald. Om te zorgen dat dit voor schrijvers geen reden zou zijn om het schrijven te laten, heeft de overheid de schrijver mogelijkheden gegeven om zijn werk te beschermen. Op deze manier krijgt de schrijver de erkenning voor zijn werk, tegelijkertijd kan hij een vergoeding krijgen voor zijn inspanningen door middel van afspraken met een uitgever.
Vanaf het moment dat het auteursrecht in het leven geroepen werd, zijn er discussies geweest over de noodzaak van het auteursrecht. Dit is tot op heden nog niet veranderd, maar de omvang van deze discussies is wel toegenomen. Nu, ruim honderd jaar later, is dit dispuut niet meer weg te denken uit de juridische omgeving van het recht.
Voorstanders van het auteursrecht voeren aan dat in onze huidige maatschappij de noodzaak tot bescherming van de rechten van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst alleen maar zijn toegenomen. Omdat het kopiëren van werken tegenwoordig heel eenvoudig gerealiseerd kan worden, moet in elk geval nog enige barrière tegen kwaadwillenden worden opgeworpen. Zonder deze auteursrechtelijke bescherming zou het werk juridisch te kwetsbaar zijn.
Tegenstanders van het auteursrecht zijn echter van mening dat doordat het schenden van het auteursrecht zo eenvoudig is geworden, de handhaving van dit recht onder druk komt te staan. Een recht dat op papier wel bestaat maar niet meer te handhaven is, zou volgens hen zinloos zijn. Daarnaast beweren zij dat de reden, waarom het auteursrecht oorspronkelijk in het leven is geroepen, niet meer geldt, omdat de maatschappij genoeg erkenning geeft aan schrijvers. Dit zou voldoende zijn om makers van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst te stimuleren.
Of u het nu eens bent met de tegenstanders of niet, feit is wel dat het auteursrecht langzamerhand wordt uitgehold en dat de handhaving ervan steeds moeilijker wordt. Het uithollen van het auteursrecht is weliswaar een geleidelijk proces, maar door de toename van hedendaagse technologie komen er steeds meer mogelijkheden die de verspreiding en openbaarmaking van werken mogelijk maken. Deze mogelijkheden worden voorts in veel gevallen niet als inbreuk op het auteursrecht gezien, waardoor de waarde van de bescherming, die een auteur aan het auteursrecht kan ontlenen, gaandeweg afneemt.
Lees ook de andere artikelen van mr. Sophia Sipkens.